Effectief altruïsme een lapmiddel voor een defect systeem?6 min read
Leestijd: 5 minutenOnze individualistische succes gedreven maatschappij maakt dat we in toenemende mate in bubbels van welvaart, overvloed en vanzelfsprekendheid zitten. Meer bezig met onze eigen leefwereld en het in stand houden van de continuïteit ervan. Vooral in tijden van crisis zie je de reflex om het eigenbelang eerst veilig te stellen. De Covid-19 vaccinatie verdeling over de wereld en vooral die tussen arm en rijk is daarbij illustratief.
Die kortzichtigheid in denken en handelen gericht op de korte termijn, kenmerken een systeem wat steeds perverser is geworden. Niet alleen in termen van toenemende ongelijkheid maar ook qua houdbaarheid. We zijn al lang over de versheidsdatum heen en op toenemende vlakken tonen zich de rottingsplekken.
Het is opmerkelijk en ironisch dat ons totale gebrek aan collectief optreden en liefde voor elkaar, een zwakte is die een virus in staat stelt om – vanuit eigen overlevingsdrift – zich te kunnen muteren binnen de arme landen die wij vanuit eigenbelang negeren. De harde les die zich hier voltrekt komt als een boemerang terug als een mogelijke hoge rente op ons gedrag.
De zorg voor onze medemens is er niet één die zich alleen uitstrekt over de fysieke afstand tussen ‘onder en boven de evenaar’, maar strekt zich uit over tijd en over generaties zoals filosoof Roman Krznaric betoogt in zijn recente boek “de goede voorouder”.
Volgens journalist en auteur Robert Wright is ons huidige gedrag exemplarisch voor mislukte samenlevingen op het hoogtepunt van hun arrogantie en hebzucht.
Als we ‘homo sapiens’ zijn dan geven we ons wellicht meer credit dan dat ons toekomt omdat het ‘wijze mens’ betekent. Maar in al onze ‘wijsheid ‘zijn we inmiddels door ons feitelijke gedrag tegen de materiële en ethische grenzen aangelopen. Moeder aarde fluit ons terug maar we zijn gefragmenteerd opgegaan in de maalstroom van ons eigen eindige systeem.
Een simpel sommetje geeft aan dat we inmiddels nog twee extra aardbollen nodig hebben, als de complete wereldbevolking onze huidige leefstandaard gaat krijgen. Rekenen we de bevolkingstoename naar 10 miljard mensen mee, dan kun je daar nog een bolletje bij gaan plaatsen.
Ondertussen ervaren we dus aan alle kanten dat we als beschaving niet goed bezig zijn en we feitelijk gevangen zitten in onze eigen uitzichtloze systeem van ‘welvaartspamparing’.
Denken aan de toekomst vinden we eng. Er naar handelen helemaal, omdat het ons dwingt acuut andere keuzes te maken die direct leiden tot achteruitgang in onze welvaartsperceptie.
Maar geschiedenis toont ook onze veerkracht en ons vermogen om het beste in ons boven te halen in de slechtst denkbare omstandigheden.
Het hardnekkige idee dat de mens slecht is en tegen zichzelf moet worden beschermt door een stelsel van regeltjes en wetten is lang niet zo omstoten als menig filosoof (Thomas Hobbes), politicus of wet maker ons wil doen laten geloven. Dat wil niet zeggen dat de maatschappij niet zonder regels kan, maar de mens heeft een verbazingwekkend sterk moreel kompas.
Als we dat morele kompas maar wat meer zouden kunnen mobiliseren en vooral wat collectiever inzetten, dan zou de wereld er merkbaar op vooruit gaan.
Het is op dit punt dat filosoof Peter Singer een discutabel idee naar voren brengt waarmee hij de liefde voor de medemens poogt te effectueren:
Effectief Altruïsme
Effectief Altruïsme
De Australische filosoof Peter Singer gelooft in altruïsme. In het onbaatzuchtig handelen ten goede voor je medemens. Als tegenhanger van de systeemziekte van het egoïsme. “Als het maar effectief en selectief wordt ingezet”, zegt Singer. Met hoofd en hart verbonden. In zijn TED talk nuanceert hij zijn oproep tot een effectiever altruïsme.
I’d like people to think more “have I done something significant to make the world a better place?”
Peter Singer
Volgens sommigen is altruïsme een verkapte schuld afkoping van een zich bezwaard voelende elite. Heimelijk bedoeld om positief af te leiden van de onevenredige zelfverrijking die ze liever in stand houden (Anand Giridharadas).
In onze rijke westerse samenleving lijken we meer en meer tot een bijna spiritueel besef te komen dat materie en rijkdom niet het antwoord zijn op onze zoektocht naar zingeving en geluk.
Dit is waar Peter Singer onder andere op inspeelt. Volgens Singer gaan zingeving en zelfwaardering samen en vormen ze belangrijke peilers voor geluk.
Dit is best aannemelijk als je ziet hoe zeer ons neo liberale systeem – gericht op de verheerlijking en ontplooiing van het individu – schromelijk te kort schiet in het creëren van een maatschappelijke context waarin die waarden überhaupt tot bloei kunnen komen. Persoonlijk succes is een mantra geworden maar het is compleet gericht op het eigen ego als ‘assets’ voor de welvaart.
Opmerkelijk, omdat we feitelijk geprogrammeerd zijn als uiterst sociale wezens. Alleen vervreemden wij van wie wij zijn en de waarden die écht toe doen zonder elkaar. Kijk alleen al naar de steeds grotere aantallen van jongeren en ouderen die eenzaamheid ervaren vanuit een steeds meer afstandelijke samenleving.
De focus op succes maakt dat we verstikt worden en leven onder een continue prestatiestress. Tegelijk zijn we ongevoeliger voor het leed van de mensen die buiten het systeem zijn gevallen. Ongeacht welke – soms schrijnende – verhalen daar achter zitten.
Maar besef, die maatschappij zijn wij!
Kijken we naar de overheid en naar het feit dat we een sterke mening hebben als we ons zuurverdiende geld deels aan deze groepen moeten besteden, dan zijn we vaak erg vooringenomen. Maar besef, die maatschappij zijn wij!
Ook jij als succesvolle economische groei eenheid – aanwinst voor het neo liberale systeem – kan uit de boot vallen.
Ondertussen zijn we datgene kwijtgeraakt wat we feitelijke het hardste nodig hebben: elkaar!
Dit is geen zoetsappig pleidooi maar een feitelijke onderlegger die fundamenteel is voor veel grote problemen in onze maatschappij. Ook zijn het randvoorwaarden om die problemen te kunnen oplossen.
Volgens Singer kan zelfwaardering en daarmee meer geluk pas een basis krijgen als we een meer ethisch leven leiden. Moeten wij ons dan meer gaan opstellen als de Gates Foundation die grote sommen geld besteed aan filantropische projecten? Want hoe liefdadig is dat als je de op twee na rijkste in de wereld bent. En in hoeverre is dat nu écht belangeloos?
Volgens Singer gaat altruïsme verder dan belangeloosheid, opoffering of liefdadigheid. Hij pleit met name voor een meer effectieve aanwending van altruïsme. Hij stelt dat we morele waarden moeten beoordelen op basis van hun bijdrage aan menselijk welzijn.
Maar vanuit systemische analyse zou je altruïsme kunnen zien als een typisch patroon of valkuil van tevergeefse pogingen om een oneerlijk en onethisch systeem – wat de maatschappij is – te compenseren. Maar wat als we het experiment nou eens collectief zouden aangaan? Ik denk dat het waard is gewoon te doen.