Editorials Geen onderdeel van een categorie Klimaat Samenleving

De Monopoly gevangenis13 min read

10 april 2021 9 min read

author:

De Monopoly gevangenis13 min read

Leestijd: 9 minuten

De Amerikaanse schrijver en sociaal filosoof Henry David Thoreau (1817-1862) deed ooit een uitspraak die typerend is voor ons huidige tijdsperk, het Antropoceen, die de heerschappij van de mensheid markeert:

“Alsof je de tijd zou kunnen doden zonder de eeuwigheid te schaden”.

Henry David Thoreau

Het spiegelt ons apatische gedrag als mens in dit tijdperk van urgentie, waarin wij balanceren tussen oud en nieuw: ‘we doden de tijd. Onze tijd. En die tijd raakt op’. We lijken gevangen in ons systeem en de spelregels die we ons in onze welvaartsdrang hebben opgelegd.
Ons handelen in het nu, bepaalt onze toekomst. Dat we – zoals professor Jan Rotmans treffend aangeeft – in een verandering van tijdperk leven, voegt daar nochthans niet veel aan toe. We draaien namelijk genoegzaam rond in ons vertrouwde cirkeltje. Alle tekenen van de noodzaak voor verandering zijn er, maar we bewegen er niet in mee. We houden angstvallig vast aan oude patronen.

Maar zijn we sterk genoeg andere keuzes te maken. Of zitten we gevangen door het systeem dat we hebben gecreëerd, gevangen in onze zelfgebouwde monopoly gevangenis? Bevroren binnen ons korte termijn denken en handelen.

De versnelling

Met het begin van de 18e eeuw traden veel filosofen, schrijvers, geologen en wetenschappers naar voren met werken die een sterk geloof in de vooruitgang toonden. Het was het resultaat van de periode van verlichting, het tijdperk van de rede. Het baande de weg over ons bewustzijn, over onszelf, als individu en als soort en bood ons een beter en breder begrip over onze planeet. De mensheid ging vooruit vanuit een sterk geloof in de toekomst.

Maar naast versnelling werd er ook pas op de plaats gemaakt. In een van zijn belangrijkste boeken ‘Regimes of Historicity’ identificeert de Franse historicus François Hartog, dat bepaalde perioden van crisis, zoals de Franse revolutie of de eerste wereldoorlog, het perspectief van mensen sterk veranderd door een focus op de korte termijn. Dit is natuurlijk heel logisch. In tijden van crisis hebben we de neiging om terug te kruipen in onze schulp en onze focus nog meer op ‘het nu’ te leggen. Deze coronaperiode is daar een perfect voorbeeld van.

Presentisme: gevangen in het nu

In het aanzicht van de vele uitdagingen verkeren we in de voorfase van een veel grotere systeemcrisis. We lijken daardoor collectief te zijn gevangen in het nu. Want het loslaten van het oude biedt geen korte termijn bevrediging. Iedere poging ervan te willen ontsnappen lijkt al bij voorbaat te mislukken. Genoeg ontsnappingsplannen en kanskaarten maar het lijkt niet te mogen baten. Deze nieuwe periode van ‘presentisme’ begon al ergens eind jaren tachtig, toen het neo-liberale verhaal en de daarmee gemoeide marktinvloed groeiden onder het bewind van Thatcher en Ronald Reagan.

Filosoof François Hartog definieert ‘presentisme’ als ‘het gevoel dat alleen het heden bestaat, een heden dat wordt gekenmerkt door de ’tirannie van het moment’ en door de tredmolen van het oneindige nu’.

Het monopoly board van onze samenleving kenmerkt zich door maatschappij brede verslaving aan een welvaart gebaseerd op een onaflaatbaar streven naar groei in bruto nationaal product. En houdt zichzelf daarmee voorlopig in stand.

Het misplaatste doel van economische groei is hardnekkig,. Niet alleen omdat besluitvormers geen alternatief kunnen bedenken, maar ook omdat grote delen van de wereldeconomie structureel afhankelijk zijn van grenzeloze expansiedrift waardoor we op een doodlopende weg zijn beland.

De politiek lijkt gegijzeld door de macht van het spel. Zijn rol als spelverdeler en van publieke waarde is in toenemende mate ondergeschikt gemaakt aan de macht van de markt. Zij stellen de regels op. Er tegen in gaan maakt monddood. Tegelijk maken diverse studies duidelijk dat extreme rijkdom samengaat met excessieve overconsumptie en druk op ecologische systemen. Er gaan ook terecht stemmen op of ecologische schade niet juridisch moet worden vervolgd als een misdaad tegen het leven.

Tegengeluiden

In tegenstelling tot de geluiden die dit tijdsvak definieren door een soort permanente stasis, zijn er ook andere stemmen die juist vooruitgang zien en deze prijzen als vruchten van de verlichting. Zij zien de toekomst positief omdat volgens hen vanuit bewezen vooruitgang en door voortschrijdende wetenschap en technologie de mens haar huidige uitdagingen zal overwinnen. Omdat de verlichtingsidealen die deze ommekeer sinds de 18e eeuw hebben ingezet, tijdloos zijn.

In zijn boek ‘Enlightenment Now’ stelt Pinker dat deze waarden van de verlichting, zoals rede, wetenschap en humanisme, ons naar de toekomst toe zullen ondersteunen. Door zich te beroepen op grote hoeveelheden data, toont hij aan dat gezondheid, welvaart, veiligheid, vrede en geluk de neiging hebben om wereldwijd te stijgen.
Voormalig correspondent en journalist Charles Groenhuijsen, volgt min of meer hetzelfde spoor als Pinker. In zijn boek ‘Optimisten hebben de hele wereld’ biedt hij een hoopvol perspectief, door te stellen dat dankzij optimisme, technologie en daadkracht de mensheid de uitdagingen die voor ons liggen, kan en zal overwinnen.

In vergelijking met de eeuwen van voor de verlichting, hebben we volgens schrijvers als Steven Pinker en journalist Charles Groenhuijsen, dus nog nooit zoveel gevierde vooruitgang geboekt. Zij suggereren dat we in plaats van met angst, juist met vertrouwen naar de toekomst moeten kijken en deze omarmen. Allemaal vanwege onze prestaties tot nu toe en het enorme potentieel van onze exponentiële technische kennis. En daar liggen vanuit data ook voldoende feiten voor.
Pinker beroept zich op een overtuiging vanuit de geschiedenis, dat wanneer we meeleven met anderen en onze wetenschappelijke vindingrijkheid inzetten ten behoeve van de mensheid, wij haar conditie blijvend kunnen verbeteren en laten voortduren. Maar de geschiedenis is verre van lineair en de huidige realiteit en toekomst dus ook niet.
Dus desondanks schiet hun positieve hoopvolle boodschap op fronten tekort. De hele olifant is namelijk zelden in beeld zal schrijver Marja de Vries zeggen.

Deels omdat deze auteurs zich sterk beroepen op een verleden wat zich nog onbekommert kon laten over de lange termijn consequenties van het kortzichtige vooruitgangshandelen van de mens.
Het gaat voorbij aan het feit dat met de toenemende vooruitgang er ook sprake is van toenemende complexiteit in de samenleving en daarmee een immer toenemende kwetsbaarheid (Bregman).
Iets wat door relatief onverwachte gebeurtenissen of zaken waar we welwillend blind voor zijn, al dikwijls aantoonbaar is geworden. De Corona pandemie is daar het meest actuele voorbeeld van.

Historicus Ronald Wright spreekt niet voor niets van zogenaamde vooruitgangsvallen. Naarmate vooruitgang de beschaving naar een hoger niveau duwt, ontstaan er nieuwe problemen. De uitvinding van de atoombom deed Oppenheimer tot dit inzicht komen toen hij zijn beroemde woorden uitsprak: “Now I am death, the destroyer of worlds”.
Wat Pinker onvoldoende meeweegt is dat bij toegenomen mate van complexiteit, vooruitgangsvallen zich verdiepen.

Vooruitgangsval

De boeken van Pinker en Groenhuijsen tonen weliswaar een cruciale behoefte aan van positiviteit en een manier om met meer vertrouwen vooruit te kijken. Toch gaan ze voorbij aan de enorme collatorale schade die onze huidige vormen van welvaart met zich meebrengen.
Een schaduw vanuit onze leefwijze die steeds dichterbij komt.
Iets wat de moralistisch Oxford filosoof , Toby Ord, “de afgrond” noemt in zijn boek “The Precipice: Existential Risk and the Future of Humanity”

Toby Ord slaat met zijn boek een brug tussen de filosofie van Pinker, met het argument dat de mensheid inderdaad een groot potentieel heeft en dat er een enorme en buitengewone volwassenheid wacht, aangezien de mensheid nog maar in de kinderschoenen staat. Het is juist dat potentieel wat echter in gevaar is.

We bevinden ons in een alles bepalend tijdsgewricht met oog op de nabije toekomst waarbij we op het punt staan ​​te beslissen of dit potentieel echt kan gedijen en volwassen kan worden, of dat het te vroeg dreigt te worden afgesneden door ons korte termijn gedrag.

Ord stelt: ”Onze kijk op dit potentieel is nogal obscuur. Het laatste schandaal lokt onze verontwaardiging uit; de laatste tragedie ons medeleven. Tijd en ruimte krimpen. We vergeten de schaal van het verhaal waaraan we deelnemen. “

In feite illustreert Toby Ord hoe we diep in ons dagelijkse onwetende leven zijn ingegraven. Ons hele systeem ademt deze vorm van korte termijn zelfbevrediging.
We kunnen elke dag zien hoe onze samenleving lijdt onder het gebrek aan langetermijndenken. Populistische politiek, waar leiders gedijen op korte termijn sentimenten van hun kiezersbasis en zich richten op de volgende verkiezingen door de samenleving te vereenvoudigen en groepen te polariseren.
Aan de zakelijke kant richten multinationals en CEO’s zich vaak op de tevredenheid van investeerders op korte termijn en betalen ze enorme bonussen aan bedrijfsleiders in twijfelachtige tijden.

Ze vormen de ijzeren kaders van ons monopoliespel dat ons systeem is verworden en waaruit we niet lijken te kunnen ontsnappen. Vast gezet binnen de regels en de chronologie van een systeem die als enige vooruitgang bescheiden groei kent om te kunnen blijven dobbelen.

Kiezen niet te kiezen

De versnelde aard van het leven in de 21e eeuw heeft de verantwoordelijkheid voor onze daden vertroebeld. Het systeem dat we hebben gemaakt, dat ons voedt, kleedt, onderwijst, ons de middelen geeft om de wereld rond te reizen en ons te laten gedijen, heeft het ook gemakkelijker gemaakt om ons los te maken van onze verantwoordelijkheid voor de gevolgen van onze daden.

Wat buitengewoon verontrustend is, is dat we onze opzettelijke blindheid voeden door ons af te schermen in onze gepreoccupeerde technologie bubbel. Terwijl technologie onze samenleving en onze sociale contracten en banden vormgeeft, gebruiken we die technologie steeds vaker om ons los te maken van de werkelijkheid. Het helpt ons de pijn te verzachten opdat we niet hoeven te zien. Het is confronterend te constateren dat we steeds meer van elkaar lijken te zijn afgesneden en onder druk gezet om een systeem aan de praat te houden met steeds kleinere marges van tolerantie versus ervaren welzijn. Het creëert een haastige samenleving waarin we onze grootste troef vergeten: ons potentieel van collectiviteit, onze aanleg tot samenwerking. Werken als één.
Niemand beter dan podiumkunstenaar Herman van Veen kan al sinds 1979 ons tijdvak beter duiden dan in zijn laatste magistrale optreden.

Opzij, Herman van Veen

Met het online plaatsen van bestellingen of met het beïnvloed worden door virtuele digitale influencers in kunstmatige menselijke vorm, worden we steeds meer afgeschermd van het feit dat veel transacties vaak een enorme logistieke keten en productielijn omvatten, die een negatieve bijdrage leveren aan de ecologische kwetsbare balans van onze planeet en levenssystemen.

Het gekunstelde gemak waarmee grote groepen van ons zich onbewust laten afschermen van een realiteit van feitelijke roofbouw op de planeet, draagt bij een verdoving in ons brein. Onze gevaren rader wordt niet getriggerd. Het is abstract en inconcreet. We ervaren en voelen het niet.
Ons consumentisme heeft vormen aangenomen van onmiddellijke bevrediging. Dit lijkt de norm.

Psychologische factoren op ons vooruitdenken

Een onderzoek aan MIT heeft gekeken naar wat de psychologische beïnvloedingsfactoren zijn op onze houding tegenover ons vooruitdenken en vooral wat ons hiervan weerhoud.

Zo blijkt dat onze perceptie van plotselinge gebeurtenissen ons denken kan domineren. Ofwel wij zien de toekomst al snel door de lens van recente gebeurtenissen. Dus rampen die zich in slow motion voltrekken ontgaan vaak aan onze gevarenradar. De corona pandemie is daarvan een voorbeeld.

Andere factoren zijn onze gewoontes en onze overprikkeling in de informatie tsunami’s die ons dagelijks overspoelen vanuit de netwerksamenleving. De snelheid van technologie neemt jaarlijks toe en overlaad onze mate van attentie en alertheid waarbij de focus ligt op wat we nog kunnen overzien of invloed op denken te hebben: de korte termijn.

Daarnaast spelen verantwoordelijkheid voelen en de nadelen van het leven in een door data- en meetsystemen gedomineerde samenleving een grote rol.
Zoals eerder hier aangegeven heeft technologie het makkelijker gemaakt ons af te schermen van de collatorale schades van onze leefsystemen. We voelen ons daardoor minder aansprakelijk. Sterker, nog deels zorgt het zelfs voor een ontkoppeling van elkaar en van de bewustheid van ons eigen lichaam. Deels is dit een typisch gevolg van het feit dat we als samenleving zo snel gegroeid zijn. We overzien het niet meer en daarmee ook onze meer sociale verplichtingen.

Voor wat betreft data en doelen wordt onze samenleving bovengemiddeld gestuurd richting de korte termijn. Waarbij er een grote mate van bias optreed maar ook sprake is van stressoren die ons korte termijn determinisme extreem beïnvloeden.
De engelse Econoom Charles Goodhart toonde met zijn wet “Goodharts law” het probleem aan wat vaak gepaard gaat met het nemen van data en meetgegevens als doel: “wanneer een maatregel een doel wordt, dan houdt het op een goede maatregel te zijn”. Er zijn heden ten dage nog voorbeelden te over waaraan we aan deze wet voorbij gaan.
Het is daarmee van groot belang dat we onze doelen continue afwegen en beoordelen tegenover het succes wat we beogen te halen en hoe we dat succes wegen.

Zoals bij veel problemen is er niet één oorzaak: eerder de combinatie van vele is verantwoordelijk.

In een recent artikel in het financiële dagblad Telegraaf stelde directeur van het bureau sociale planning, Kim Putters, de vraag of we zouden terugkeren naar onze oude gewoontes voor Corona of dat we een nieuw tijdperk zouden omarmen?

Daarbij verwijst hij naar het boek van de socioloog professor Tanja van der Lippe, waarin ze haar bevindingen deelt in hoe individuen in de moderne samenleving werken en leven. Van der Lippe beschrijft wat impact is van de normen die de huidige samenleving oplegt en welke technologische mogelijkheden deze manier van leven beïnvloeden.
Ondanks alle digitalisering legt ons huidige systeem grote tijdsdruk op mensen.
Vanuit maatschappelijk oogpunt plaatst van der Lippe een belangrijke vraag: “kiezen we voor een andere balans, een die rekening houdt met de zorg voor onze medemens, met meer tijd voor onszelf, voor privacy en bewustzijn. Kunnen we ontsnappen aan de corona-ratio van het dagelijks leven en opnieuw beginnen?

Het is iets waar ik op hoop, maar grote twijfel over heb of het zal gebeuren.
Zoals we nog steeds gevangen zitten in de regels van ons eigen monopoliespel. Er zijn talloze kanskaarten die ons manieren bieden om uit de gevangenis te ontsnappen, maar het zand in de zandloper glijdt ongenadig door.
Tijd begrijpen is niet hetzelfde als ernaar handelen.

Maar als we iets van de psychologische druk kunnen begrijpen waardoor we verstrikt raken in onze korte termijn focus, kunnen we ook manieren vinden om ze het hoofd te bieden en ze te bestrijden.



Leave a comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.